Mindfulness heeft bij veel mensen een wat vaag of zweverig imago. Jammer, want die reputatie doet geen recht aan de werkelijkheid. Talloze wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat mindfulness echt werkt. Het wordt met succes ingezet bij de behandeling van angst, depressie en verslaving – en ook bij slaapproblemen heeft het zich ruimschoots bewezen.
Meebewegen in plaats van tegenstribbelen
In de kern draait mindfulness om meebewegen met wat er is. In plaats van de strijd aan te gaan met nare gedachten of vervelende gevoelens, laat je ze toe. Je accepteert dat ze er zijn, zonder oordeel. Dat klinkt misschien vaag, maar stel je eens voor hoeveel spanning je kunt loslaten als je stopt met vechten tegen slapeloosheid. Je creëert ruimte in je hoofd en lichaam om te ontspannen. Soms zelfs zó veel ontspanning dat je vanzelf begint te gapen. Een goed teken.
Je gedachten hoef je niet uit te zetten
Iedereen die wel eens uren wakker heeft gelegen, weet hoe lastig het is om niet mee te gaan in zorgen of gepieker. Je weet dat stress het slapen alleen maar moeilijker maakt, maar toch lijkt het niet te stoppen. Dat is precies waar mindfulness het verschil kan maken. Het doel is niet om de gedachten weg te duwen, maar om je reactie erop te veranderen.
Denk aan een voorbijrazende trein
Stel je gedachten eens voor als een trein die door een station dendert. Je kunt proberen die trein te stoppen, je kunt je opwinden over het lawaai of doen alsof hij er niet is. Maar dat kost allemaal energie. Veel mensen met slapeloosheid zijn de hele nacht bezig om deze denk-trein te controleren of te stoppen. Zonder succes.
Laat de trein gewoon voorbijgaan
Met mindfulness laat je de trein passeren. Je ziet hem, misschien groet je hem zelfs even, en je laat hem gaan. Er zullen waarschijnlijk meerdere treinen voorbijkomen, zeker in het begin. Maar je stapt er niet op. Je probeert niet in te grijpen. En juist dát zorgt ervoor dat je hoofd rustiger wordt.
Je hebt het misschien al eens ervaren
Misschien heb je het zelf al eens meegemaakt, zonder dat je er erg in had. Bijvoorbeeld tijdens een slapeloze nacht waarin je alles al geprobeerd hebt en uiteindelijk de moed opgeeft. Je ligt wakker, maar het verzet stopt. Je accepteert dat slapen er vannacht misschien niet meer in zit. En precies op dat moment, wanneer je loslaat, val je alsnog in slaap.