Je ligt wakker en zonder dat je op de wekker kijkt voel je de tijd langzaam wegtikken. De verleiding is groot om ‘in oplossingen te gaan denken’. Kun je de verloren slaaptijd ergens inhalen? Kun je een half uurtje langer blijven liggen als je het douchen overslaat? Of lukt het om aan het begin van de middag nog een dutje in te plannen? En als dat allemaal niet kan: de volgende avond maar extra vroeg naar bed om je ‘slaapschuld’ af te betalen.
Als jou dit bekend in de oren klinkt, wil ik je adviseren om er direct mee te stoppen. Breng niet langer dan 8 uur in je bed door, of je nou slaapt of niet. En weersta de volkomen logische verleiding om slaap in te halen. Met andere woorden: niet langer slapen dan gebruikelijk, geen dutjes en gewoon op de vaste tijd naar bed. Het scheelt je een hoop tijd en gepuzzel en je legt bovendien een sterke basis voor betere slaap.
Ik besef dat ik dit even moet uitleggen. Allereerst is je lichaam uitstekend in staat om te compenseren. Na een slechte nacht (of een aantal slechte nachten) slaap je dieper en herstel je sneller. Je krijgt als het ware meer waar voor je geld of ‘meer herstel voor je slaap’. Laat het idee dus los dat je je verloren slaapuren in moet halen om je lichaam tegemoet te komen. Dat kan het prima op eigen kracht.
Aan de andere kant verhoog je, door niet meer dan 8 uur per nacht in bed door te brengen, de slaapdruk. In slaap vallen gaat sneller en het doorslapen zal ook beter gaan. Slaapwetenschapper Merijn van de Laar legt in een video van de Universiteit van Nederland op een geweldige manier uit waarom dit zo is. Je kan de video bekijken door op deze link te klikken (opent in een nieuw venster).