Het is niet raar of vreemd, je bent écht niet de enige die boosheid of jaloezie voelt ten opzichte van de ander als je al een tijd lang slecht slaapt. Met ‘de ander’ bedoel ik die gene in jouw directe omgeving die wél heerlijk slaapt. Dat kan je partner zijn, die zodra hij of zij het kussen raakt al vertrokken is, een collega die altijd goed slaapt of degene tegenover je in de metro of de bus die er ’s ochtends al uitgerust en blakend van gezondheid uitziet. Herkenbaar?
Ik kan me nog goed herinneren dat ik door de gangen van het ziekenhuis, mijn werkgever, liep. Twee verpleegkundigen, pratend over hun slaap, passeerden mij. Ik ving een fractie van hun gesprek op: “Ik heb vannacht zó lekker lang en diep geslapen, ik zit nu nog helemaal in die fijne modus”. Ik zal die zin nooit vergeten en ik zal nooit vergeten wat het met me deed. Ik schreeuwde het uit van binnen, ik wilde in huilen uitbarsten en ik voelde woede, jaloezie en verdriet: waarom sliep ik al máánden zo slecht en de ander zo ongelofelijk goed. En nota bene: wie had het zo geregisseerd dat het er nog eens zo achteloos en fijntjes werd ingewreven op dit moment? Dit was zó oneerlijk!!
Als we langdurig slecht slapen en enorm slaaptekort ervaren, kunnen er intense emoties naar de oppervlakte komen waar we voorheen nog niet zo bekend mee waren. Dit kan variëren van boosheid, woede en angst tot somberte, schaamte en zelfs schuldgevoelens. De impact van langdurig te kort slapen kan overweldigend zijn en heel on-eigen aanvoelen.
Dit soort jaloezie, afgunst, schaamte en boosheid leven bij de gratie van jezelf vergelijken met de ander. Het is heel natuurlijk en menseigen om dat te doen. Maar heeft dat zin ? Meestal niet. Meestal trekt het onszelf in het negatieve en saboteert het ons eigen welzijn. De ander lijkt het al snel beter te doen dan jij maar dat is slechts jouw eigen invulling over datgene wat de ander laat zien (niemand laat makkelijk zien wat zijn of haar persoonlijke pijnpunten en struggles zijn terwijl we ze allemaal hebben).
En daar heb je ‘m: de door jou zelf gecreëerde bevestiging dat je het niet goed doet, dat je een hopeloos wrak bent en dat je ‘niet eens’ in staat bent om gewoon te kunnen slapen. Dat doet iets met je zelfvertrouwen en je stemming en niet op een opbouwende manier. Wat is dan wél zinvol om te doen?
Kun je op zo’n moment je aandacht richten op jezelf, onafhankelijk van informatie van buitenaf, om met zorg te doen wat wél helpend is voor jouzelf in de situatie? Kun je de emoties opmerken in het moment en ben je bereid de emoties er even te laten zijn? Kun je even tijd nemen om er even mee zitten, hoe moeilijk ook ? Je mág even van slag zijn en je verdriet voelen, dat is legitiem, het helpt je om de emoties te kunnen duiden.
De magie zit in het toelaten van de emoties, ze toestemming te geven er te mogen zijn in plaats van er tégen te zijn, weerstand te bieden of ze te onderdrukken. Geef ze bestaansrecht, voel ze even bewust, uit ze door ze op te schrijven of te delen met iemand die je vertrouwt. Zodra je ze echt hebt weten te doorvoelen, zal de intensiteit vanzelf afnemen en zal het niet ergens in je geest door blijven sudderen.
Boosheid kan zich soms heel functioneel transformeren tot daadkracht om problemen op te lossen. In dit geval vraagt de ervaring om iets anders: om compassie en begrip voor jezelf en je eigen gevoelde emoties. Hier hoeft geen strijd gestreden worden, tegen niemand en met name niet tegen je zelf, je gevoelservaring, je slapeloosheid. Dat zou tenslotte je kostbare innerlijke rust saboteren. Om via zelfcompassie terug te keren naar die innerlijke rust; dat is juist wat we zo nodig hebben omdat het uiteindelijk een essentieel steentje bijdraagt aan het vermogen om aan het einde van de dag makkelijker (in) te kunnen slapen.
Dit artikel is geschreven door slaapdeskundige Eef Swillens. Meer informatie is te vinden op haar website slaaptruste.nl.