Stel je voor. Je bent voetballer en je speelt op een hoog niveau. Vanavond om 20.00 uur speel je de finale van de Europacup. De hele dag ben je met de wedstrijd bezig. Je denkt er continu aan en je probeert je zo goed mogelijk voor te bereiden. Op het moment dat de wedstrijd begint is de spanning tot het toppunt gestegen. Geestelijk en lichamelijk sta je in de ‘overdrive’. Klaar om te presteren. Nu moet het gaan gebeuren!
Het klinkt misschien wat overdreven, maar het voorbeeld hierboven is een beetje te vergelijken met wat chronische slechte slapers elke meemaken. Zij zijn continu bezig met de prestatie die zij moeten gaan leveren: Hoe zorg ik ervoor dat het vanavond wel lukt? Wat als het weer een drama-nacht wordt? Wat kan ik toch doen om dit probleem op te lossen? wat is er aan de hand? Als ik nu dit, dit en dit probeer, zou het dan beter gaan?
Het gevolg is dat deze intensieve ‘voorbereiding’ de spanning op het moment suprême – het betreden van het bed – tot een hoogtepunt laat stijgen. Nu moet het gebeuren. Hier ben je de hele dag mee bezig geweest. Dit werkt natuurlijk volledig averechts. Waar je bij een voetbalwedstrijd baat hebt bij spanning en adrenaline draait het bij slapen volledig om ontspanning en loslaten.
Het verhaal hierboven sluit qua essentie naadloos aan op hoofdstuk 3 van mijn nieuwe boek: geef het monster geen eten meer. Het doel van dit onderdeel van het boek is om te stoppen met gewoonten die ‘slaapsaboterende’ spanning en angst voeden. Het zijn gewoonten waarvan je achteraf pas beseft hoe schadelijk ze zijn geweest voor je slaap (en voor je leven overdag). Om met de woorden van een bekende oud-voetballer te spreken: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt.”
Een paar dagen geleden werd dit mooi onder woorden gebracht door een van mijn lezers in deze Google review: “ik was met verstomming geslagen“.