Je onderbewustzijn gelooft niet dat slapen ‘ongevaarlijk’ is als je acties dit tegenspreken. Als je een groot deel van de dag – bewust of onbewust – bezig bent met het verbeteren van je slaap of het ‘compenseren’ van te weinig slaap, wordt je angst continu gevoed. Vrijuit slapen is onmogelijk en slapen blijft een hindernis. Een prestatie die je moet leveren.
Het compensatiegedrag – ook wel ‘copinggedrag’ genoemd – herinnert je onderbewustzijn er continu aan dat je slaapproblemen hebt. Elke keer dat jij je leven aanpast vanwege je slaapproblemen of anderen erover vertelt bevestig, herhaal en versterk je de boodschap ʻik ben een slechte slaper’.
Hierdoor wordt de slapeloosheid – net als bijvoorbeeld je leeftijd en beroep – een deel van je identiteit. Je geeft je ʻslapeloosheid’ als het ware continu te eten, waardoor het blijft groeien. Begrijp je het punt?
Het gevolg van de rotsvaste overtuiging dat je een slechte slaper bent, is dat de angst en de stress op het moment dat je gaat slapen niet weg gaan en vaak alleen maar erger worden. Je blijft een slechte slaper en je houdt het zelf in stand door het continu voor jezelf te bevestigen.
Het is dan ook van essentieel belang om kritisch na te gaan op welke manier jouw acties, gedragingen en gewoonten jouw slaapproblemen blijven voeden. Pas dan kun je het (vaak jarenlange) patroon van slecht slapen echt doorbreken. Binnen De Slaapomgeving wil ik je graag helpen bij het zetten van deze cruciale stap.